Tot Slot

Literatuurlijst 

De literatuurlijst is aan verandering onderhevig. Niet alle artikelen zijn gratis, maar voor de meesten zijn de links toegevoegd. Tijdens de terugkomdag zal ik enkele boeken die zijn gebruikt meenemen ter inzage.

Eindtoets

De terugkomdag beslaat een dagdeel en bestaat uit de volgende onderdelen:

  • We bespreken gerezen vragen in groepsverband
  • Er is tijd voor het bespreken van de opdrachten. Zorg ervoor dat alle opgaven zijn ingeleverd, anders kunnen we u niet opgeven voor uw Kwaliteitsregister.
  • Er wordt door iedere deelnemer een PAR-test afgelegd als eindtoets
  • Na de bijeenkomst ontvangt u een bewijs van deelname en wordt u door Veldon bijgeschreven als Flexchair behandelaar in het Veldon netwerk.
  • Na het inleveren van het tevredenheidsonderzoek wordt u aangemeld bij het kwaliteitsregister en zullen uw punten worden bijgeschreven.
Tevredenheidsonderzoek

Na de eindtoets krijgt u van ons een tevredenheidsonderzoek. Wij hopen dat u hier enige tijd voor wilt nemen. De vragen zijn erop gericht om deze opleiding te verbeteren zodat uw collega’s een nog betere opleiding kunnen volgen.

Ik hoop dat u veel plezier hebt gehad bij het doorlopen van deze E-learning module en het maken van de opdrachten. Indien u verbeterpunten hebt dan vernemen wij dit graag. 

Training

Doel: Na deze module hebt u kennis gemaakt met enkele trainingsmogelijkheden via de Flexchair RBT en hoe u deze zou kunnen inzetten bij training van de Motorische Controle van een rugpatiënt. Daarnaast hebt u een implementatie plan waarmee u makkelijker tot het dagelijks gebruik van uw Flexchair RBT kunt komen.

Tijdsbesteding: 4 uur

Flexchair®RBT in uw dagelijkse behandeling

Doormiddel van uw onderzoek hebt u een idee gekregen over de problemen van uw cliënt op het niveau van stoornis, beperkingen en participatie. U hebt een idee over de mobiliteit, spierkracht, tonus en sensoriek. Na het afnemen van de PAR-test hebt u een idee over de mate van motorische controle over de rug van uw cliënt.

Uiteraard hebt u voor iedere beperking die u vindt al (jaren) een eigen manier om uw behandeling uit te voeren. Wij hopen dat u de FlexchairRBT als waardevolle aanvulling zult gaan gebruiken. 

Nee, wij vinden de FlexchairRBT geen oplossing voor alle rugklachten. U zult zelf aan de bak moeten op het gebied waar u het beste in bent. Het is een aanvulling van uw tools om uw cliënt te helpen met zijn/haar herstel en het optimaliseren van de motorische controle van de rug. Wel geloven wij erin dat het verlies aan motorische controle er voor zorgt dat uw cliënt vaker zal recidiveren en het een kunstfout is deze niet te trainen. Tevens hebben wij gemerkt dat de cliënt bij een betere controle eerder herkent dat de rug weer pijnlijker wordt. Vaak is het oppakken van de training dan voldoende om de klachten weer onder controle te krijgen.

Training…

Toine van de Goolberg, de ontwikkelaar van de Rehaboom, gaat al een aantal jaren rond met verschillende opleidingen gericht op training. Onderin de Rehaboom staat fysiotherapie. Hiermee bedoelt hij dat Training geen fysiotherapie is. 

De trainingsprincipes in de fysiotherapie worden door Martin Buijs in zijn artikel (44) mooi omschreven. Vooral de meerwaarde van Feedback en FeedForward, waarbij hij pleit voor meer dynamische oefeningen en pre-activatie in het neuromusculaire systeem.

Bij problematiek van de neuromusculaire stabiliteit zijn diverse compensatiestrategieën mogelijk, zoals het langzamer uitvoeren van de activiteit, compensatie d.m.v. visus en cocontractie. De fysiotherapeut moet bekend zijn met bovenstaande fysiologie en compensaties om de juiste trainingsdosering en trainingsvariabelen voor de oefentherapie in te zetten. In plaats van de momenteel gangbare statische balansoefeningen, pleit dit artikel juist voor een opbouw naar meer dynamische oefenvormen waarin ‘pre-activatie’ een belangrijke rol speelt.

Ook Henry Kiers geeft in zijn proefschrift aan wat de compensatiemechanismen zijn in ons lijf bij instabiliteit en instabiele ondergrond.

Wat wij u hier niet willen geven is hoe u met uw cliënt moet trainen. Wij geven u een tool waarmee u uw cliënt kunt motiveren en stimuleren. Training op het gebied van propriocepsis, snelheid en uithoudingsvermogen. Wel zijn wij het met M.Buijs eens dat we een deel statisch oefenen kunnen overslaan. Is het niet zo dat co-contractie iets is dat onze cliënt geweldig kan en willen wij hem/haar dit niet juist afleren. De cliënt uitnodigen en laten merken dat hij/zij pijnvrij kan bewegen en al die spierspanning niet noodzakelijk is.

De Flexchair®RBT en behandeling

De Veldon Trainer Software en de Flexchair®RBT bieden u een aantal verschillende mogelijkheden:

  • de oefeningen
  • de variatie in de Sensor Correctie Factor (SCF)
  • duur
  • de snelheid van bewegen
  • u als therapeut die de oefeningen fysiek of verbaal kunt ondersteunen
  • dubbeltaken
  • aanbieden of weghalen van steunpunten (onder de voeten, op verschillende plaatsen aan het lichaam)

LET OP! een cliënt kan door een verlies aan motorische controle uiteraard vallen. Het is dus wel zaak dat u in de buurt blijft indien iemand nog onvoldoende bekend is met de eigenschappen van de Flexchair®RBT

.

Tijdens het bewegen op de Flexchair zijn een paar zaken van groot belang:

  • leer de cliënt op zijn/haar achterwerk te zitten en daarmee het onderste draaipunt te “voelen”. Je moet als het ware door de zitting heen vallen.
  • bewegen vanuit de billen. Nooit vanuit het hoofd (zie je vooral bij “denkers” veel), de schouders of de benen (veel mensen duwen zich naar achter of roteren in vanuit de benen bij lateraalflexie)
  • handen omgekeerd op schoot. Hierdoor vormt de cliënt geen draaipunt op zijn/haar been. Uiteraard kunt u de handen wel gebruiken voor balans verstoringen of dubbeltaken (maak de oefeningen niet moeilijker dan de cliënt aan kan)
  • sommige cliënten willen snel, maar de meeste zo nauwkeurig mogelijk bewegen. Dit laatste resulteert in langzaam bewegen. Dit is niet de bedoeling. Vaak is het belangrijk dat u de cliënt “leert” buiten de lijntjes te kleuren. In ons geval buiten de groene vlakken. Dit uiteraard Wel tijdens het oefenen, NIET tijdens de PAR-test.
  • ga van nauwkeurig bewegen naar snelheid naar op snelheid nauwkeurig bewegen. Essentieel om snel en nauwkeurig te kunnen bewegen is ontspannen zitten op de zitting. De rol van de bekkenbodem is hierbij groot.
  • neem er de tijd voor om de cliënt aan te leren ontspannen te zitten op de Flexchair®RBT. Stuitje op de zitting en de voeten losjes op de grond. Gebruik maken van de zwaartekracht. Met een holle rug zitten is niet ontspannen. Onderuit gezakt hangen ook niet.

De Oefeningen

Na de volgende module weet u hoe u oefeningen kunt doen met de Flexchair®RBT

.

Behandeling

Maak opdracht TR – 1

Na de volgende module heeft u een voorbeeld van een richtlijn en kunt u er zelf een schijven

Richtlijnen

Maak opdracht TR – 2

Implementatie plan

Als laatste vraag ik u een Implementatie plan te schrijven voor uw Flexchair®RBT. Hoe gaat u deze inzetten binnen uw praktijk en voor uw patiënt/cliënt.

Er is niks zo moeilijk als oude gewoonten aanpassen en zeker als u haast hebt. De Flexchair®RBT kan u tijdwinst opleveren, maar dan moet u wel nadenken over hoe u dit wilt gaan aanpakken. Voor de ondernemers onder u kan dit een nieuw verdienmodel zijn. 

Maak opdracht TR – 3

Het is waarschijnlijk ten overvloede, maar alstublieft:

  • Bedenk wat u doet als u rapportages schrijft voor artsen en vooral bedrijfsartsen en werkgevers. Goed bewegen op de Flexchair®RBT is geen indicatie dat de cliënt is hersteld.
  • Tegelijk. Wees voorzichtig met uitspraken. Ook gebaseerd op de uitslagen die u hebt op de PAR-test.
  • Preventief testen is naar onze mening zeker zinvol. Een lage score op een PAR-test is echter geen voorspelling voor toekomstige rugklachten. Wij denken wel dat het een rede is voor mensen zonder klachten om te gaan trainen om klachten te voorkomen. De kans is natuurlijk groter op klachten bij verlies/vermindering van de motorische controle.
  • Geef aan de cliënt aan dat alle gegevens die worden opgeslagen medische informatie bevatten. Leuk om te delen, maar u weet nooit wat een werkgever of een verzekeringsmaatschappij ermee gaan doen.

PAR-test

Doel: Na deze module bent u bekent met het begrip PAR-test en kunt u de PAR-test afnemen en beoordelen. Hiermee bent u een beginnend gebruiker van de Flexchair RBT waarmee u een tool in handen hebt om de Motorische Controle te testen van de rug

Tijdsbesteding: 6 uur

 

Rug Onderzoek

De Persoonlijke Actieve Rug – test is ontwikkeld om het complex van bewegen in de lage rug weer te geven:

  • In getal (gemiddelde van alle oefeningen via een rekenmodule)
  • Nauwkeurigheid van bewegen (te zien in de vlakken donkergroen, groen, geel en rood)
  • Snelheid van bewegen uitgedrukt in de bewogen afstand.

Zoals te lezen in Rug en onderzoek is motorische controle een knap ingewikkeld begrip. Wat de Flexchair RBT NIET meet is kracht, mobiliteit, co-morbiditeiten en coping style. De Flexchair RBT/PAR-test neemt dan ook een  plaats in binnen het totale (bewegings-)onderzoek van de therapeut. Er kunnen wel uitspraken worden gedaan omtrent de motorische controle en de manier van bewegen door een patiënt.

Essentieel aan de PAR-test is dat er geobserveerd wordt hoe een cliënt de test uitvoert. Uiteindelijk gaat u ook niet koffie drinken tijdens een bewegingsonderzoek van de knie.

Yvonne Auditor heeft een onderzoek gedaan naar de test-hertest betrouwbaarheid van de Flexchair en deze blijkt erg goed.(116)

Wat test u?

Wat tijdens het testen ook buiten beschouwing blijft is uiteraard de medewerking van de cliënt. Hier spelen veel factoren een rol die erg veel effect hebben op de uitslag van de test:

  • Wat is de copingstijl van de cliënt
  • Wat vertelt u de cliënt
  • Hoe staat u achter uw test
  • Heeft de cliënt zojuist een positieve of negatieve ervaring gehad (aanrijding gehad of ruzie thuis)
  • De noodzaak van klachten hebben (arbeidsconflicten, nog lopende schade-afhandelingen etc)
  • De “believes” van uw cliënt
  • Prestatie drift of juist het gebrek daaraan
  • etc

Uiteraard kunt u enkele zaken met vragenlijsten boven water krijgen. Maar u als therapeut zal deze gegevens ook op andere manieren moeten verzamelen.

Denk eens over na:

  • Waarom kan iemand niet goed in A (voor) komen bij oefening 1?
  • Waarom schiet een patiënt door bij naar R (rechts) bewegen bij oefening 2?
  • Wat is er nu zo moeilijk aan een cirkelbeweging (oefening 13)?
  • Waarom houdt de cliënt de adem in?
  • Waarom wordt er bewogen vanuit het hoofd of de benen of netjes vanuit de romp?
  • Wat betekent het indien een oefening de ene keer wel lukt en de andere keer nauwelijks?
  • Wat is “met de zwaartekracht meebewegen”?
PAR-test is protocol!

De PAR-test is een protocol. Afwijken is niet mogelijk. Indien u kiest voor de test dan staan de parameters vast.

  • SCF = 4,5
  • oefeningen 1-2-13-9-10-S1 (in deze volgorde)
  • alle oefeningen duren 2 minuten
  • tussen de oefeningen zit 15 seconden pauze

Wat u nog wel zelf moet instellen is de Heuphoek van 110-120 graden (hoogte van de FlexchairRBT). Indien de heuphoek te laag is ingesteld kunnen alle bewegen globaal worden uitgevoerd. Indien de heuphoek te hoog is kan de cliënt niet meer goed achterin komen doordat de benen in de weg zitten.

Deze duur prestatie (13 minuten) is zeker voor mensen met veel rugklachten fors. Maar we willen weten hoe mensen zich bewegen in het dagelijks leven. Uiteindelijk bewegen deze mensen zich de hele dag. Soms met en soms zonder klachten. Indien de PAR-test niet lukt laat de test dan toch volledig doorlopen. Observeer hoe de cliënt de oefeningen uitvoert en registreer dit. In uw EPD kunt u vermelden waarom de test niet goed verliep en of u de cliënt moest motiveren om de test te volbrengen en op welke manier.

Heeft een cliënt toch teveel klachten haal deze dan van de FlexchairRBT. Mogelijk dat de cliënt zelf afstapt. Laat de test doorlopen en noteer dat de PAR-test niet was uit te voeren en waarom:

  • Pijn, noteer waar.
  • Frustratie.
  • Hopeloos gevoel.
  • Onmacht.
  • Ademhaling
  • Zorg ervoor dat u niet zelf de rede bent waarom de cliënt stopt.
Let op!
  • De test duurt Lang…
  • Praat niet tegen de cliënt. Vraag in de  rustmomenten of het goed gaat. De cliënt weet dan dat u er nog bent en dat u oplet op zijn/haar gedrag en u hebt even feedback.
  • Geef geen aanwijzingen. U wilt weten hoe de cliënt de test zelf uitvoert. Niet hoe goed u instructie kunt geven.
  • Praten tegen de cliënt betekent dubbeltaken. Dit maakt de oefeningen moeilijker uitvoerbaar.
  • Het is een test. U wilt niet een “goede” score maar zien hoe de cliënt beweegt. De eerste test is super moeilijk voor een cliënt.
  • Hoe meer u vertelt hoe moeilijker het wordt voor de cliënt.
  • Geef korte en duidelijke opdrachten.
  • De PAR-test is gelijk ook een training.
  • U kunt maar 1x een PAR-0 test afnemen alle volgende keren heeft de cliënt al iets geleerd en zal ander bewegingsgedrag laten zien.
  • Observeer goed en niet alleen het bewegingsgedrag. Er spelen vele factoren mee in het hebben van rugklachten

PAR-test

PAR-test 

(hier komt een filmpje)

Maak alle opdrachten onderaan deze pagina.

Kijken tijdens de test

Iedereen beweegt anders. Dit is niet goed en niet fout. Wel is het handig te kijken hoe iemand beweegt en of je zou kunnen achterhalen waarom iemand klachten ontwikkeld. Realiseer jezelf dat de persoon die je test iedere dag gewoon op straat rondloopt, de balans houdt en niet omvalt. Soms vraag je jezelf af hoe het mogelijk is.

Casus

PAR test JB en beschrijvingen

Training zal de prestaties in de sport laten toenemen. Hier een voorbeeld van PAR-uitslagen bij een topsport (wielrenster).

En wat gebeurt er als je en patiënt met een radiculair beeld op de Flexchair RBT zet

Opdracht PAR – 5, bekijk de film en beantwoord de vragen.

Opdracht PAR – 6, bekijk de testrapportage’s en geef aan wat er opvalt aan de grafieken.

Tijdens de terugkomdag zullen de opdrachten besproken worden in kleine groepjes. Er is dus veel tijd om zaken waar u tegenaan loopt te bespreken.

Veldon Centrale Database en Veldon Trainer Software

Doel: Na deze module bent u bekend met het verschil tussen de webbased Veldon Centrale database en de lokale Veldon Trainer Software. U kunt een cliënt aanmaken en deze importeren in uw software omgeving.

Tijdsbesteding: 1 uur

 

Met de Flexchair®RBT zijn we in staat de intra-individuele motorische controle van de lage rug te meten. Via de sensor onder de zitting van de Flexchair is het mogelijk de bewegingen van de rug te volgen op het scherm via de Veldon trainingssoftware.

In dit hoofdstuk zal ik u meenemen door de Veldon Centrale Database die webbased is en de Flexchair®Romp Balans Trainer, welke op uw lokale computer is geïnstalleerd.

De Centrale Database

Het Flexchair concept bestaat uit een centrale web-based database die wordt gevoed door uw lokale software pakket (de Veldon trainer). De Veldon Trainer Software sluit u aan op de sensor onder de zitting van een Flexchair®RBT

De Centrale database is een webbased omgeving die volledig privacy proof is. Wel bent u en is uw cliënt zelf verantwoordelijk voor de inloggegevens. LET dus OP!:

  • Geeft u uw praktijk wachtwoord nooit aan cliënten.
  • Verander uw wachtwoord regelmatig. Dit kunt u doen door in te loggen met uw praktijk gegevens. Binnen “account beheer” kunt u uw wachtwoord aanpassen. Indien u het wachtwoord hebt aangepast op de webbased omgeving, vergeet u deze dan niet ook aan te passen in de Veldon trainer software op alle computers waar deze is geïnstalleerd. Meldt ook aan alle Flexchair behandelaars binnen uw praktijk dat u het wachtwoord hebt aangepast en welk wachtwoord dit is. Doe dit mondeling en niet via de App of mail. Hierdoor voorkomt u data-lekken (denk aan privacy en AVG).
  • Bent u met uw praktijkcode ingelogd in de Veldon Centrale Database sluit u die dan af indien u wegloopt van de computer of klaar bent. Uw cliënten kunnen anders bij de gegevens van alle andere mensen die bij u op de database staan.
  • Sla uw inloggegevens nooit op op de computer.

Het is lastig geworden in onze wereld met data technologieën en privacy regelingen. Veldon probeert u zo goed mogelijk te ondersteunen en begeleiden. Echter heeft Veldon geen verantwoording of invloed op hoe u binnen uw praktijk omgaat met uw inloggegevens. Spreek hier met uw gebruikers over. Voor verdere gegevens verwijs ik u naar de installatiehandleiding. 

Een kijkje in de Veldon Database:

 

Freeware

De Veldon Trainer software is freeware. Ontwikkeld door Engineering Spirit in opdracht van Veldon.

  • Het Veldon Trainer pakket mag op iedere computer worden installeren.
  • Het software pakket werkt onder Windows op een stand alone computer.
  • Een netwerk installatie wordt niet ondersteund.
  • Om de Veldon Trainer Software te downloaden gaat u naar de website van Veldon. Voer uw gegevens in en u krijgt  een link naar het installatieprogramma en de daarbij behorende gebruikershandleiding. Indien u alleen de handleiding wilt bekijken hoeft u niet perse ook het software pakket te downloaden. 

Tip: 

Indien u het software pakket wilt installeren op verschillende computers kunt u het installatiebestand ook opslaan op een USB-stick of via uw netwerk delen voor de verschillende aangesloten computers. 

Leest voor installatie de handleiding. Indien de installatie dan nog niet goed verloopt kunt u de helpdesk raadplegen. In nagenoeg alle gevallen geeft de installatie handleiding u de antwoorden.

Belangrijk:
  • Door uw praktijk e-mailadres (waarmee uw praktijk bij Veldon is aangemeld) en uw sensor nummer in te voeren in de Veldon Training Software op uw locale computer, maakt deze contact met uw praktijk gedeelte van de Veldon Centrale Database.
  • Breng geen veranderingen meer aan binnen dit deel van het programma tenzij u uw e-mailadres wijzigt. Hoe dit in zijn werk gaat valt buiten het kader van deze opleiding. Zie hiervoor de installatiehandleiding voor uitleg over de installatie van de Veldon Trainer Software.
  • Tip: Maak één persoon binnen de parakijk verantwoordelijk voor het onderhoud van het softwarepakket. Hierdoor voorkomt u dat verschillende mensen dezelfde problemen proberen op te lossen.

In de Centrale Database worden alle trainingen en PAR-testen opgeslagen onder de door u aan de praktijk gekoppelde cliënten. Ook worden hier de berekeningen gemaakt die horen bij de PAR-test waarvan een pdf wordt gegenereerd. De technische kant zal ik hier verder buiten beschouwing laten. Belangrijk is dat u weet dat indien u een PAR-test doet het programma de centrale database, en dus een internetaansluiting, nodig heeft om deze te kunnen verwerken. Zie verder de onderstaande uitleg.

Indien uw computer is verbonden met het internet wordt iedere 15 minuten alle verzamelde data op uw lokale computer verzonden naar de centrale database. 

Belangrijke Tip

Indien u onder een cliënt (entiteit) gegevens opslaat tijdens een training of een PAR-test, kunnen deze door niemand worden losgekoppeld van die entiteit. Dit betekent dat verkeerd opgeslagen gegevens achteraf niet kunnen worden omgeschreven naar de “juiste” entiteit. Selecteer dus ALTIJD de juiste cliënt bij het testen en oefenen. 

Veldon Trainer Software

Help, installatie (open link)

Na het lezen van de presentatie hebt u kennis gemaakt met:

  • de programma instellingen
  • vergeet u niet de opdrachten te maken en in uw portfolio te plaatsen

Tip:

Lees voor u gaat bellen met de helpdesk de handleiding van uw versie van de Veldon Trainer Software. De meeste oplossingen staan hierin vermeld

Wijs binnen uw praktijk één contact persoon aan die de Flexchair RBT beheert. Laat deze ook het contact onderhouden met Veldon. Hiermee voorkomt u dat verschillende personen binnen de praktijk met de helpdesk gaan bellen over hetzelfde probleem. U voorkomt hiermee veel negatieve gevoelens bij u en uw gebruikers.

Voor alle duidelijkheid. De helpdesk kan u helpen met problemen met betrekking tot het Veldon Trainer Software pakket. Vragen over Windows of beheer van uw computer kunt u daar niet kwijt.

Zorg ervoor dat u altijd de laatste update hebt geïnstalleerd. 

Besturing (open link)

Na het lezen van de presentatie hebt u geleerd:

  • wat de verschillende icoontjes in de Veldon Trainer Software betekenen
Training: Sensor Correctie Factor en Target (open link)

Na het lezen van de presentatie hebt u geleerd hoe u:

  • het target moet lezen
  • de sensor correctiefactor werkt en hoe je ermee kunt spelen bij het oefenen
Aanmaken van een cliënt (open link)

Na het lezen van de presentatie hebt u geleerd hoe u:

  • Een cliënt kunt aanmelden via de Veldon website, de Veldon Trainer Software, de Veldon database en hoe de client zich zelf kan inschrijven via de website en u deze kunt koppelen aan uw praktijkomgeving.
  • Een cliënt kunt opzoeken en selecteren binnen de Veldon Trainer Software
  • De gebruikersinstellingen bij een client kunt aanpassen.
  • Vergeet u niet de opdrachten te maken en in portfolio te plaatsen

Iedere gebruiker/cliënt wordt in de centrale database opgeslagen met een eigen ID-nummer en zijn of haar e-mail adres (deze is altijd uniek). Let erop dat het e-mail adres werkelijk bestaat. Na registratie krijgt de gebruiker een mailtje met daarin de vraag om toestemming te geven voor gebruik van de database waarna deze zelf kan inloggen in zijn/haar gegevens. Een e-mail adres kan dan ook maar door één gebruiker worden gebruikt.

Richtlijnen

Doel: Na deze module bent u bekend met de meeste mono- en multidisciplinaire richtlijnen die bestaan in Nederland

Tijdsbesteding: 1 uur

Richtlijnen

De verschillende organisaties in de medische wereld, arbo en overheid proberen zoveel mogelijk advies te geven binnen de verschillende mono- en multidisciplinaire richtlijnen. Hieronder heb ik voor u een selectie gemaakt van richtlijnen waar we het meest mee te maken hebben. Wat ik zeker niet wil is suggereren dat ik compleet ben. Wel geeft het aan welke plaats klachten aan of uit de wervelkolom innemen binnen onze maatschappij en hoe ingewikkeld het is om deze onder controle te krijgen. Zie uiteraard ook het hoofdstuk over Getallen bij nek en rugklachten.

NHG

Hoe de huisartsen omgaan met lage rugklachten is te vinden in de NHG standaarden. Hier verandert de laatste jaren veel in. Het lijkt er op dat de huisarts voornamelijk naar het symptoom kijkt. De oorzakelijkheden komen minder aan de orde. Om een idee te krijgen hoe huisartsen omgaan met deze problematiek, hier een aantal links:

STECR

Ook STECR maakt richtlijnen. Deze zijn multidisciplinaire en gericht op arbeid.

Beide ondertussen alweer wat gedateerd.

Over gezonde leefstijl is ook het een en ander terug te vinden. De hoofdgedachte is: in gesprek blijven en de cliënt zijn eigen regie laten behouden. Iets dat naar onze mening de enige manier is om “gezond” te blijven.

Arbo-portaal

Ook de overheid heeft nog iets te zeggen over hoe om te gaan met de problematiek

  • Fysiek belasten van de rug
  • Werkhouding.
  • In dit kader is het deel over zitten en thuis werken ook erg leuk voor degenen die meer met arbeid bezig willen zijn. Zie ook een artikel van Veldon over hoe wij denken dat veel leed kan worden voorkomen en opgelost op een makkelijke en goedkope manier.
KNGF

Hiernaast heeft het KNGF zich natuurlijk ook bezig gehouden met het ontwikkelen van hun monodisciplinaire richtlijnen

 

Getallen en nek-rugklachten

Doel: Na deze module hebt u een idee over de omvang van rugklachten binnen de Nederlandse samenleving

Tijdsbesteding: ca 30 min.

Getallen in de gezondheidszorg

Zoals in alle artikelen wordt aangegeven zijn Rugklachten een enorm financieel probleem in onze maatschappij. Wat dit in Nederland betekent kunnen we terugvinden bij Volksgezondheidszorg.nl. Snuffelt u eens rustig rond.

Wat mij opvalt is dat we, ondanks alle aanpassingen in werkgedrag, zithoudingen en zitoplossingen, nog steeds niet minder klachten hebben kunnen realiseren. De kosten stijgen eerder dan ze afnemen.

Nek- en rugklachten

Nek- en rugklachten (dorsopathieën) zijn de meest voorkomende aandoeningen van het bewegingsapparaat. Het is een verzameling aandoeningen met diverse of onbekende oorzaken. Rugklachten worden meestal ingedeeld in specifieke en aspecifieke rugklachten.

  • Specifieke rugklachten zijn rugklachten waarbij sprake is van een aantoonbare lichamelijke oorzaak. Voorbeelden daarvan zijn een hernia nuclei pulposi (HNP), een infectie, een ontsteking, een fractuur of een tumor.
  • Aspecifieke rugklachten zijn rugklachten waarbij geen specifieke oorzaak aantoonbaar is. Dit is bij de meeste mensen met rugklachten het geval (Van Tulder & Koes, 2013).
Rugklachten ook naar duur ingedeeld.

Tot nu toe kunnen aspecifieke rugklachten niet op een betrouwbare manier verdeeld worden naar de precieze lokalisatie van de pijnklachten en/of welk type weefsel is aangedaan, bijvoorbeeld de spieren, pezen, of gewrichten. Hoewel duidelijk is dat rugklachten vaak terugkomen (Van Tulder & Koes, 2013), worden de klachten in de internationale literatuur meestal ingedeeld op basis van hoe lang ze duren (Koes et al., 2010):

  • Acute rugklachten (duur van minder dan 6 weken)
  • Subacute rugklachten (duur van 6 tot 12 weken)
  • Chronische rugklachten (duur van meer dan 12 weken)

De ICD-10 maakt het volgende onderscheid:

  • M45: spondylitis ankylopoetica (ziekte van Bechterew)
  • M46: overige inflammatoire spondylopathieën
  • M47: spondylose (artrose van de wervelkolom)
  • M48: overige spondylopathieën
  • M50-51: aandoeningen van de tussenwervelschijven (waaronder hernia nuclei pulposi)
  • M53: overige dorsopathieën, niet elders geclassificeerd
  • M54: dorsalgie

Houdingsafwijkingen, (ICD-10 code M40 en M41), vallen niet onder de geselecteerde aandoeningen. In deze ziektebeschrijving staat vooral informatie over rugklachten omdat hierover het meeste bekend is.

Klik hier voor een link naar de Kosten. Let vooral op de totale kosten en de kosten in de eerste lijn.

Kijk ook eens bij Burned out en hart en vaatproblematiek

Aantal mensen met nek- en rugklachten bij de fysio- en oefentherapeut

 

 

Oorzaken:

Wat mij opvalt is dat we steeds “minder” zwaar werk zijn gaan doen en er steeds meer kantoorfuncties zijn ontstaan. De rug en nekklachten niet afnemen en de schuld nog steeds wordt gelegd bij fysiek zware werkzaamheden. Ik denk dat ondertussen wel duidelijk is dat we meer problemen hebben met beroepen waar mensen energetisch minder zwaar belasten. Bij Volksgezondheidenzorg.info stellen ze het volgende:

Specifieke oorzaken van rugklachten worden zelden gevonden

Specifieke oorzaken voor rugklachten worden bijna nooit gevonden.  Van alle gevallen van bijvoorbeeld acute lagerugpijn is ongeveer 95% aspecifiek. Bij aspecifieke lagerugpijn is geen specifieke lichamelijke oorzaak aanwijsbaar. Een veel gehanteerde hypothese is dat aspecifieke lagerugpijn te maken heeft met overbelasting van bijvoorbeeld tussenwervelschijven, gewrichten, zenuwen en spieren van de wervelkolom (NHG-werkgroep, 2017). Bij slechts een klein deel van de patiënten kan een specifieke oorzaak worden aangewezen zoals een wervelfratuur, maligniteiten, axiale spondyloartritis (ziekte van Bechterew), spondylolisthesis (afschuiving wervel), spondylodiscitis (epiduraal abces), cauda equina syndroom en spinale epidurale bloeding (NHG-werkgroep, 2017; Hartvigsen et al., 2018).

Verschillende risicofactoren voor het ontstaan van rugklachten

Naast leeftijd zijn er nog een aantal andere factoren die worden geassocieerd met het ontstaan van aspecifieke lagerugpijn (zie tabel). Voor het ontstaan van nekklachten is o.a. beeldschermwerk een risicofactor (Gezondheidsraad, 2012).

 

Ook de WHO bemoeit zich met Rugpijn:

 

Nog meer getallen

Houdt de volgende lijstjes ook maar eens tegen elkaar.  Ze geven een aardig beeld over de omvang van nek- en rugproblemen:

aandoeningen: in 2015 komen de nek- en rugklachten het meest voor.

Ziektelast: qua ziekte last staat nek- en rugklachten op de 8e plaats.  Verontrustend mag je toch wel zeggen. Zeker als je bedenkt dat we in de loop van de jaren minder fysiek zwaar werk zijn gaan doen, maar het aantal rugpatiënten niet is afgenomen. Schijnbaar is er geen relatie?

Gezonde levensjaren: Hier staat het op de 5e plaats.

 

Het mag duidelijk zijn dat de patiënt hier niet centraal staat maar de kosten. Wel kan worden gesteld dat nek- en rugklachten een serieuze probleem is binnen onze samenleving, welke in de afgelopen jaren niet is verminderd.

Had u dit wel verwacht? Het is toch raar dat we ondanks alle nieuwe technieken, onze toename van kennis en het verminderen van lichamelijke belasting de hoeveelheid klachten lijkt te stijgen?

Rug en Onderzoek

Doel: na deze module hebt u meer inzicht in onderzoeken die zijn gedaan naar rugklachten. Ook weet u wat de term Motor Controle inhoud.

Tijdsbesteding: ca 4 uur. Neem de tijd voor alle artikelen en vergeet de vraag onderaan de pagina niet.

Onderzoek naar rugklachten; hoe ver zijn we nu eigenlijk gekomen?

De kosten in de zorg en het bedrijfsleven met betrekking tot rug zijn al jaren niet verminderd. Dit ondanks dat we minder fysiek zware arbeid zijn gaan doen. Hoe komt dit toch? Wedden we op het verkeerde paard? We zijn ondertussen in de 21 eeuw aangekomen en het lijkt mij dat we eens anders moeten gaan denken over dit oude probleem.

Van Deursen schrijft in zijn artikel dat het voor de discus belangrijk is ca 1 graad per minuut te roteren. Uit diverse onderzoek blijkt dat hierdoor het inzakken van de discus wordt verminderd ten opzichte van mensen die de hele dag stil zitten. (59, 78, 60). Ons lijkt passief bewegen niet de oplossing. We kunnen er toch niet meer onderuit dat statisch belasten ronduit slecht is. In hun artikel “zitten en opstaan” (66) zeggen Lagerberg ea:

Nu wij echter zoveel meer weten van de “dynamiek van het menselijk bindweefsel”(65) en het adaptatie vermogen van spieren is één ding duidelijk: niets is zo schadelijk voor het bewegingsapparaat als niet bewegen. Elke houding is schadelijk wanneer deze niet verandert, geen enkele houding is schadelijk wanneer verandering kan optreden.

Toch kiezen we nog in de meeste gevallen voor statische oplossingen(48, 49, 51, 56, 57, 59, L38). Anders dan je zou verwachten wordt, als je de analyse erop los laat, een stabureau (L37) ook statisch gebruikt.

Als we ook wat meer naar het waarom van rugklachten zouden kijken, dan komen we misschien op hele andere conclusies dan als we kijken vanuit de ergonomie. De ergonomie redeneert vanuit de taken en hulpmiddelen en niet vanuit de anatomie en fysiologie (61, 62, 63, 91, 92, 93, 96, 105, 106). Tegelijk zullen we het groter moeten zien dan we in de afgelopen jaren hebben gedaan. Rugklachten zijn een multi-factoriëel probleem.

Anatomie van de rug

3. de gedachte over de schokbreker (lijkt mij niet logisch)

We kijken altijd naar rugbewegingen. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk in een segment:

Ik hoop dat u het hier getoonde plaatje uit uw geheugen wilt wissen. Kapanji (119) dacht nog zo. Hij teste de druk die nodig is op een discus om deze te laten prolaberen, zonder facetgewrichten. Naar ik hoop bied ik hieronder voldoende stof waaruit blijkt dat druk op de discus op de manier zoals werd beschreven in vivo tot volledige vernietiging van de discus resulteert bij normaal dagelijks gebruik. (60, 61, 95122, 122a) .

Hypothese: de hoogte van de discus neemt af door statisch belasten. Er wordt geen functie gevraagd aan de discus en dus gegenereerd deze. De matrix past zich razendsnel aan. De voeding neemt af. Use it or Loss it. Ook hier.(65)

Voor wie zijn anatomie nog een keer wil ophalen:

Ik heb veel informatie gehaald uit de artikelen van Versus, Haags tijdschrift voor fysiotherapie. Hier wordt, naar mijn overtuiging, goed en begrijpelijk uitgelegd wat wij bedoelen als het gaat over het fysiek belasten (kinesiologie en fysiologie) van de rug. De literatuur is enigszins gedateerd, maar er lijkt niet veel veranderd. Uiteraard wel qua benadering van het rugprobleem door de zorgprofessional. Wij hopen u te prikkelen en met een open mind verder onderzoek te doen naar de ontstaanswijze en behandeling van deze problematiek. Voor recente artikelen, zie bijvoorbeeld www.pain-ed.com. Met uw hulp/zoektocht komen we tot nog veel meer benaderingen. Indien u interessante artikelen tegen komt dan word ik graag deelgenoot.

Wat we hier zeker niet willen zijn, is een opleiding over hoe rugklachten ontstaan, wat de oorzaak is of hoe deze te verhelpen. Deze puzzel blijkt tot nu nog erg moeilijk en er zijn veel factoren die meespelen. Wij hopen dat de Flexchair een zinvolle aanvulling zal zijn in de oplossing naar het probleem wat de lage rug dagelijks voor veel mensen betekent.

 

4. LWK in Flexie en Extensie. Let op de verplaatsing van het corpus

Druk en bewegen

De druk opvangende structuur in ons lichaam zijn botten. Indien je er vrijheidsgraden van bewegen aan toe wilt voegen dan moet daar een scharnier in, het gewricht(63). Ook het gewricht is gebouwd om de druk te geleiden. In de rug bevindt zich zo’n gewricht, het facetgewricht. Gaan we segmentaal kijken dan moeten we twee corpora met de discus en het facetgewricht dus als één geheel beschouwen. Uiteraard horen daar de ligamenten, banden en spieren bij en wat vaak niet wordt beschreven de perifere zenuwen en het centraal zenuwstelsel (behorende tot dat segment).

Een uitzondering is de Cervicale wervelkolom die ik hier buiten beschouwing laat. In C0-1 is de discus volledig vervangen door een gewricht. Door de axiale compressie en de bewegingsmogelijkheid, zou de discus volledig verbrijzeld worden. Iets dat in de overige cervicale wervels in de loop van het leven dan ook gebeurt. De draaipunten van de CWK liggen dan ook in de corpora en niet in de nucleus. 

Leest u:

In deze artikelen wordt onder andere aangegeven dat de discus het momentaan rotatiecentrum van een segment is en dat de discus is gebouwd om trekkrachten op te vangen. De facetgewrichten vangen de druk op en worden loodrecht belast in het contactpunt van het gewrichtsvlak. Hebt u al eens nagedacht over de congruentie in een facet en daarmee in de wervelkolom. Dit betekent dat een druk opvangende discus zou resulteren in een extensie in het segment of een translatie naar dorsaal van de bovenliggende wervel.

    • Een mooi voorbeeld is wel een black disc die ondanks het feit dat de nucleus is verdwenen, er toch nog een hoogte blijft in de discus.
    • Indien een wervelboog fractureert, transleert het corpus van het bovenliggende segment naar ventraal (spondylolytische spondylolisthesis).

5. rotatie centrum van een lumbaal segment

Het momentaan rotatiecentrum van de segmenten van de LWK bevinden zich in de nuclei. Bij flexie bevindt het zich in het dorsale deel, bij extensie bevindt het zich ook in het dorsale deel (61, 62). In de “rechtop” houding, niet holle rug, maar een rechte rug, bevindt deze zich ventraal in de nucleus. Dit is tevens een neutrale stand in de discus en het facet. Je kan hier bewegen naar flexie, extensie, lateraal flexie en roteren. Musculaire controle is van belang maar er is een minimale kans op schade in het gewricht. Mag ik zeggen “ de neutrale zone”, zoals Panjabi die beschrijft.(129, 130, 131) (zie hieronder).

In een functie verstoort gewricht is het draaipunt van het gewricht naar de gewrichtspleet toe verplaatst(61). De rol neemt toe en de schuif af. Of in het geval van een vlak gewricht in de wervels neemt de schommel toe en de schuif af.

artrotische rug

6. druk of artrose…

In het model van plaatje 6 is dit het geval. Het draaipunt bevindt zich hier in de facetgewrichten. De discus lijkt hier intact. Dit is raar daar de nucleus, het momentaan rotatiecentrum, naar het facetgewricht had moeten verplaatsen. Je zou dus verwachten dat, voordat de afgebeelde situatie zich voordoet, de discus zal zijn geprolabeerd of gedegenereerd.

De prolaps van een discus intervertebralis is, met boven genoemde kennis, dus verklaarbaar als het naar dorsaal verplaatsen van het momentaan rotatiecentrum. Bijvoorbeeld door immobilisatie van de rug. Dit kan zijn Actief in het geval van een extensie patroon of door Passieve immobilisatie. Bijvoorbeeld een te strakke broek of gedwongen houding (zitten?) (52, 65, 66).

Uiteraard weten we dat de matrix in het band-kapsel zich razendsnel aanpast. Voor veranderingen aan de vezels moet je langer immobiliseren. Maar als artrotische veranderingen het gevolg zijn van een te weinig bewegen betekent dat dat we meer zouden moeten bewegen(65, L39, L41). Uiteraard weten we dit al. Maar doen we het ook? Hoeveel uur zitten we dan stil in een vaste positie?

In Sitting versus standing: Does the intradiscal pressure cause disc degeneration or low back pain? (70) blijkt dat er geen verschil is te meten in intra-discale druk tussen zitten of staan. Leuk weetje. Natuurlijk zijn er veel verschillende onderzoek naar dit fenomeen met ook andere uitslagen.

 

Biomechanica en mechanica:

Iets over vrijheidsgraden van bewegen… 

In onze 3 dimensionale wereld bewegen we om de x-, y-, en z-as. Hiermee hebben we 3 translaties en 3 rotaties om deze assen heen. Het gevolg is 6 vrijheidsgraden van bewegen. Voor wie er meer over wil lezen is er veel te vinden.

Voor iedere beperking die je oplegt vermindert u het aantal vrije vrijheidsgraden en daarmee beperkt u de mobiliteit in een gewricht.

Hoe meer beperkingen je oplegt hoe minder een persoon kan bewegen. 

Hoe meer vrijheidsgraden van beweging hoe meer controle er moet zijn en hoe meer energie om het geheel in evenwicht te houden. Dit verklaart waarom we graag niet in beweging zijn. Het kost minder energie. Maar dan moet je wel volledig gesteund zijn. Indien de situatie te lang bestaat gaat dit met verlies aan doorbloeding plaats en uiteindelijk structuur. Er ontstaat bijvoorbeeld stijfheid in gewrichten, atrofie, artrotische veranderingen en osteoporose. Hier de grote risico’s die sedentair gedrag veroorzaken nog maar niet genoemd.

Het omgekeerde vindt ook plaats. Indien u meer beweegt resulteert dit in aanmaak van spierweefsel en bot, toename van reactiesnelheden van het zenuwstelsel en het verminderen van het verouderingsproces. 

Een mooi voorbeeld van het lichaam om steun te vinden is de closed packed position is het oversteekt staan in een knie en heup. Hierbij het in rotatie en extensie zetten van de LWK bijvoorbeeld. Maar ook het kruisen van de benen in zit om het bekken te stabiliseren(67). Een mooie discussie is of een volledige flexie van de LWK in zit niet eenzelfde soort van closed packed position geeft in de LWK.

Bestudeer: 

Het fenomeen flexie relaxatie

Uit het artikel van Lagerberg (64) kunt u concluderen dat mensen met een flexiepatroon en mensen met een extensie patroon beide in hun closed packed position zitten. Hierdoor is in het geval van een flexie patroon geen spierspanning nodig, daar het facet alle druk opvangt en actieve stabilisatie naar extensie niet noodzakelijk is. In een extensie patroon verwacht je dan dat de globale musculatuur actief is, maar de intrinsieke musculatuur niet van belang. Dankearts en O’Sullivan beschrijven in hun artikelen dit fenomeen (13, 14, 15).

Mensen met rugklachten zijn niet in staat om in een voorover gebogen positie de spieren te ontspannen. Mensen zonder klachten kunnen dit probleemloos (21, 64).

Flexie relaxatie bij LBP en NLBP


Dit geldt niet alleen voor de m.multifidii, maar voor alle gemeten rugspieren. Hoe komt dit? Vooral bij mensen met een flexiepatroon, waarbij er een hypotonus lijkt te zijn van de spieren, laten bij rugklachten tijdens maximale flexie nog EMG activiteit zien (FP=flexie patroon). Blijkbaar is er in deze positie niet voldoende congruentie in het gewricht om de spieren los te laten. (63, 64)

Stelling: het fenomeen Flexie relaxatie is de beste test voor de diagnose lage rugklachten.

Is de hypertonie dan een manier om de rug te beschermen, bewegen in de eindstand te voorkomen en te voorkomen dat onverwachte bewegingen ontstaan, dan wel te moeten worden opgevangen? Laten we aannemen dat het lichaam geen domme dingen doet. Dat deze hypertonie een slimme manier is om toename van klachten te voorkomen.

Waarom richten we ons dan nog op statische oefentherapie? Zou het in dit kader niet handiger zijn om de oefeningen dynamisch aan te bieden (44). Te laten zien aan de patiënt wat hij/zij wel kan en wat hij zou moeten kunnen en te laten voelen wat daarvoor nodig is? Toename van de circulatie, recutering van spierweefsel en toename van de propriocepsis…

 

Spier atrofie of onvermogen tot aanspannen:

Uit onderzoek blijkt dat de multifidii atrofiëren bij chronische lage rugpijn patiënten(20).

Wat blijkt is, dat bij Chronische lage rugpijn patiënten, de propriocepsis afneemt(33). Maar ook dat bij afname van de propriocepsis er (rug)problemen ontstaan (41).

In Seminowicz(71) en Loggia(73) hebben we het over afname en herstel van de motorische cortex. Braskie ea (74) hebben het over ontstekingen en de gevolgen op het brein. Onno Meijer schrijft hier enkele artikelen over in FysioPraxis (42=NO3, 43=NO4). In “voorbij de witte wilg” (NO14, oktober 2014) pleit hij voor omgevingsverrijking en stelt hij dat juist de oefentherapie specialisten een grote bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van pijn bij patiënten.

Indien we de intrinsieke musculatuur niet meer gebruiken is er de noodzaak niet om deze in stand te houden en bouwt het lichaam deze af. Ditzelfde geldt voor de motorische voorhoorncellen en je mag dan ook verwachten dat de motorische cortex dunner wordt. Dit blijkt bij chronische lage rugklachten ook het geval te zijn (71, 73, 74).

Natuurlijk wordt dan de vraag; Hebben we te maken met atrofie van de intrinsieke rugmusculatuur of een verminderde mogelijkheid tot het kunnen aanspannen van de spieren door verlies aan geheugen hieromtrent? Of wel verlies aan Motorische Controle over de bewegingen die plaats vinden in de rug tussen flexie, extensie en lateraal flexie?

 

Multi-factoriëel

Zochten we het in het verleden voornamelijk in lokale beperkingen, op dit moment zijn er meer complexere modellen. Eigenlijk weten we al jaren dat symptoom bestrijden maar deels werkt en vaak leidt tot recidief. 

Veel neurologische systemen zijn betrokken en niet in de laatste plaats ons emotionele brein. Hieronder een klein overzicht hoe wij geleid zijn naar ons huidig idee over rugklachten.

eerst het signaal dan arm beweging dan pas transversus

Ik begin de geschiedenis voor het gemak vanaf 1996. Richardson (47) en Hodges (39)ontdekten dat de m. transversus abdominis, bij patiënten met lage rugklachten, te laat is met aanspannen. De timing is niet goed.

signaal – aanspannen transversus – armbeweging

Richardson komt vervolgens met het concept core stability. In 2012 merkt P.O’Sullivan (L18) terecht op dat de mens geen Core heeft. We hebben het niet over core stability maar spine stability. Onno Meijer zegt hierover: “Mechanisch is core stability, een mythisch concept, alsof vooral de binnenkant van je romp niet mag omvallen.” 

Wat ook bleek is dat mensen die bang zijn voor lage rugpijn, de transversus niet op het juiste moment aanspannen. Schijnbaar is er dus iets mis met het signaal tussen opdracht en actie van het lichaam. Ook als het emotionele brein niet goed werkt.

Het blijkt dat de verschillende (rug)spieren echter vaak geen vermindering van kracht laten zien. Dit suggereert dat er meer aan de hand is. In het artikel Low-Back Pain Patients Learn to Adapt Motor Behavior With Adverse Secondary Consequences (40) concluderen van Dieën ea: 

To further test the hypothesis that motor behavior changes in individuals with LBP are the result of a reinforcement learning process — in which potential loss of control over posture and movement and provocation of pain would be minimized— several avenues of research could be explored. Manipulation of nociception and pain as a function of motor behavior could be used to shape objective functions and, when used as such, test the hypothesis that strategies to avoid the painful stimulus develop through exploration and reinforcement. Furthermore, the predictions of our model that within-subject variance of trunk motor behavior is smaller in individuals with LBP than in individuals without pain needs further study, as does the prediction that between-subject variance is higher among individuals with LBP.

The proposed hypothesis, specifically the potential for changes in motor behavior to underpin adverse secondary effects, indicates that interventions targeting these changes may be needed despite their initially adaptive nature. Furthermore, the hypothesis suggests that motor control exercises should be aimed at increasing admittance, inhibition of superficial muscles and stimulation of deep muscles, training of proprioception, or instilling confidence in the ability to control lumbar motion. Finally, when designing interventions, the potential for a reduced ability to relearn normal motor control because of the presence of pain and the secondary effects thereof needs to be considered.

Het lijkt niet te gaan om uitval of afname van kracht, maar meer om het niet kunnen aansturen van de musculatuur. 

Dat de propriocepsis(L19) van groot belang is, blijkt wel uit het onderzoek van H.Kiers (proprioception: associations with Low Back Pain and Physical Activity (41)) en Tong (127). Ook M. Buijs verwijst hiernaar (44) in zijn artikel in Versus.

Onno Meijer schrijft in Rugpijn, of: de psychologie van de mechanica (42) en in het artikel Ontsteking, of: de fysiologie van geen zin in de afwas (43) legt hij meer uit over het gevolg van low grade inflammation

Bij het ontstaan van pijn in de bekkengordel, of de lage rug,
spelen mechanische factoren een belangrijke rol, wordt het immuunsysteem geactiveerd, met
ziektegedrag als belangrijke mogelijke consequentie, en treden veranderingen op in het zenuwstelsel.
Patiënten met chronische lage rugpijn bewegen anders, en activeren hun spieren anders.
In de literatuur is veel aandacht besteed aan het uitvallen van de anticipatie op verstoringen door
de musculus (m.) transversus abdominis. De rol van dat uitvallen wordt pas duidelijk wanneer de
proprioceptie in ogenschouw wordt genomen: De afbeelding van de rug op het brein wordt vager. Bij
zulke slechte informatie wekt het geen verbazing dat een precisie-instrument als de m. transversus
abdominis niet langer adequaat gebruikt kan worden. Discriminatietraining kan het vervagen van
de kaart verhelpen, en de hypothese wordt geformuleerd dat oefeningen waarbij de patiënt subtiele
bewegingen maakt, onder vragen als ‘Hoe voelt dit? Hoe voelt dát?’, de breinkaart kunnen herstellen.  
(Voor wie meer wil weten over deze ontwikkelingen kan ik de cursus van www.bewegingsgeneeskunde.nl, aanbevelen)

Bij een normaal fysiologisch herstelproces kan je er vanuit gaan dat het lichaam kiest voor de juiste oplossingen (Ontstekingsfases dag 0-3, prolifiratie fase dag 4-10, Remodulleringfase 11 dagen tot 3 maanden). Echter wat gebeurt er indien er tijdens dit herstel een her-trauma optreedt. Het systeem zal dan weer in een ontstekingsfase komen. Het gevolg daarvan is uiteindelijk de afname van de omvang van de motorische cortex en daarmee het verminderen van de feedback systemen in het lichaam. Het gevolg is veranderd bewegen. De patiënt weet niet meer hoe het moet.

Dat de propriocepsis een belangrijke rol speelt, wordt ook beschreven in Versus, 2011 De diagnose “instabiliteit” een wankel verhaal (44). Hier pleit M.Buijs voor meer dynamische training waarbij pre-activatie van belang zou zijn. Feedforward en Feedback zijn geweldige hulpmiddelen om bewegen aan te leren. Uit onderzoek in het Amerikaanse leger blijkt vooral Feedforward(L46) razendsnel te werken. 

H.Kiers en anderen beschrijven dat op onstabiele ondergrond co-contractie ontstaat van de musculatuur. Oefeningen die op een onstabiel oppervlak plaatsvinden, hebben dan ook geen zin. In het geval van onze rugpatiënten vindt er per definitie al co-contractie plaats (zie ook flexierelaxatie). Trainen van wat iemand al kan lijkt niet zinvol.

Rugklachten zijn in subgroepen onder te verdelen. Deze onderverdeling laten wij verder buiten beschouwing. Dit omdat door A.Apeldoorn(38), Hodges ea en O’Sullivan ea, is aangetoond dat subclassificatie niet veel toevoegt.

Het onderverdelen in extensie en flexie patronen is wel een handig hulpmiddel voor observatie.  Dankearts ea (13, 15) beschrijven in hun artikel: 

Conclusion. Subclassifying nonspecific chronic LBP patients revealed clear differences in sEMG activity during sitting between pain-free subjects and subgroups of non- specific chronic LBP patients.(13)

If the NS-CLBP patients were pooled into one group, no differences were detected in lumbopelvic posture during usual sitting when compared with controls. In contrast, the authors found differences in lumbopelvic posture with respect to No-LBP versus two subgroups with mo- tor control impairment (classified as Flexion Pattern and Active Extension Pattern based on O’Sullivan’s classifi- cation system).15,16 This study highlights the heterogene- ity of the NS-CLBP population and the importance of subclassification in both clinical and research settings.(15)

Het blijkt dat de spieractiviteit zich bij de verschillende sub-groepen verschillend gedragen.

 

Neutrale zone:

Panjabi (129, 130, 131) beschrijft de Neutrale zone:

defined the NZ as a part of the range of physiological intervertebral motion, measured from the neutral position within which the spinal motion is produced with a minimal internal resistance and is controlled by proprioceptive-neuromuscular reflexes. It is a zone of high flexibility or laxity. Crossing these limits can aggravate LBP .

Dit impliceert dat mensen die niet in staat zijn binnen de neutrale zone te functioneren ook grotere kans lopen op klachten. Ook neemt de grote van de neutrale zone af. Dus na een periode met rugklachten en onvoldoende herstel van de Motorische controle is het alleen afwachten wanneer de volgende periode begint.

We kennen allemaal het opstaan in maximale extensie bij het opstarten (zowel bij mensen met een flexie- als extensiepatroon) indien mensen rugklachten hebben. Dit als gevolg van de verminderde propriocepsis. Eerst moeten ze zoeken naar de “juiste” positie, hierna kunnen ze “recht” gaan staan, waarna bewegen weer mogelijk is. Je kan dit dus zien als het verlies aan het vermogen tot proprioceptieve-neuromusculaire reflexen (motorische controle) waardoor het lichaam kiest voor een clossed packed position in de lage rug. Hierdoor ontstaan weer klachten doordat in deze positie bewegen niet mogelijk is.

Mensen bewegen niet fout. Het is alleen de vraag waarom het lichaam op de voor de patiënt specifieke manier beweegt. Bent u dan in staat te bedenken waarom deze beweging plaats vindt. De vraag is dan waarom wilt u er dan iets aan veranderen. Schijnbaar heeft het lichaam deze manier van bewegen nodig om in evenwicht te blijven. Hoe kan je daarop interfereren. 

Evenwicht is een dynamische zaak

Pas op: Evenwicht heeft niks te maken met statisch. Evenwicht is balans. Balans is beweging. Niks in deze wereld staat vast. Alles beweegt. Hoe bent u in staat uw
evenwicht te bewaren. Dit doet u door te bewegen. Dit bewegen heeft een patiënt afgeleerd. Deze weet niet meer hoe dit moet of is er bang voor. Het effect is hetzelfde, zoals boven beschreven.

 

 

 

 

 

 

 

Bij Pain-ed.com propageren ze een multifactoriele aanpak met aanpassing van de mindset (18). Van het artikel bestaat een leuke infografic (46) voor patiënten. Het gaat hier om benadering van patiënten met aspecifieke lage rugklachten, maar de benadering is goed toepasbaar voor alle rug pathologieën. Wat ze sterk afraden is de patiënt te erkennen in het feit dat de klachten ernstig zijn en zullen leiden tot invaliditeit. Ook beeldend onderzoek zou bijdragen aan het verstrekken van foutieve informatie aan de patiënt. De ernst van de klachten komen zelden overeen met de beeldvorming. Uiteraard moeten ernstige pathologieën worden uitgesloten. Zie ook: http://www.pain-ed.com.

Interplay of clinician- and patient-specific factors in the clinical journey with cognitive functional

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paul Hodges beschrijf in zijn boek (NO8)de verschillende aspecten die van belang zijn bij het behandelen van rugklachten.

Wat van belang blijkt is dat psyche en believes van de patiënt een grote rol speelt bij het hebben en onderhouden van rugklachten. Het belangrijkste wat je dus kan doen is de patiënt zijn autonomie laten behouden en voorlichten over wat er aan de hand is zonder hem te medicaliseren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Core Stability, Motor controle, Spine Stability

Stabiliteit is waar we het allemaal om doen. Er zijn ondertussen veel kreten in omloop die proberen te beschrijven waar we mee bezig zijn als we mensen stabiliteit proberen aan te leren. Het begrip is en wordt dan ook flink vervuild. Het begrip Stabiliteit is eigenlijk een container begrip geworden, zoals Broghuis beschrijft (112 jammer genoeg is dit artikel niet openbaar) zie figuur hiernaast.

 

 

 

 

Reeves ea (110) beschrijft:

Stability is an elusive term that could lead to confusion. To help facilitate future discussions, a formal definition and a framework was presented which encompasses both static and dynamics spine systems. When considering the spine as a dynamic system, a static concept of spine stability is not adequate for discussing the involved issues. The stability of the system is maintained with feedback control, which also affects the system’s robustness and performance.

Stability is context dependent; therefore, it is important to frame the definition of stability in terms of the task and the system. Care must be taken not to confuse spine (plant) characteristics with the overall system’s characteristics. A stiffer spine does not always imply a stiffer overall system. In some cases, a stiffer spine may experience larger displacements to maintain task stability, which can increase the risk of injury.

Impairment of feedback control has implications for LBP. For example, tissue damage, degradation of sensory information, muscle force variability all affect the spine system’s performance, robustness, and potentially stability. If the system does not perform well, it is more prone to injury.(110)

 

Spine Stability, Core stability

In de literatuur wordt het verschil gemaakt tussen Spine stability wat zou worden verzorgd door de intrinsieke musculatuur, en de Core stability die wordt verzorgd door de globale musculatuur.

Daarnaast wordt beschreven dat dit alleen mogelijk is bij voldoende neurologische aansturing en dat de stijfheid of de omvang van de musculatuur niet van direct belang is voor het handhaven van de stabiliteit. 

Volgens K.O’Sullivan is het van belang dat alle systemen op een optimale manier met elkaar samenwerken om de stabiliteit in de romp in stand te houden en dat goede houdingen niet bestaan.

W.McNiell (114) stelt dat Core Stability (en naar mijn mening ook de Spine Stability) een onderdeel is van Motor Controle. In zijn conclusie schrijft hij:

Is the term ‘core stability’ limiting? I believe it is. Lederman’s article shows how some ideas around core stability have become part of the problem and not part of the solution, and it is definitely time to move on from there.

Ook J.Rietvelt(115) schrijft:

“dat activiteiten en bewegingen per definitie dynamisch zijn en de rompstabiliteit zodoende ook in een dynamische situatie getraind dient te worden.”

Het is ook al jaren duidelijk dat we moeten trainen in een context om de beste resultaten te krijgen. Ook het testen lijkt dan in een dynamische omgeving plaats te moeten vinden. Het lijkt logisch. Hoe moeilijk het ook is. Welke termen u wilt gebruiken maakt ons niet veel uit. Wij hebben het liever over Motorische controle daar deze term meer het totale complex van bewegen behelst (Zoals hierboven al beschreven door Hodges en O’Sullivan).

 

Motor Control

Wikipedia geeft in zijn beschrijving aan hoe complex motor control eigenlijk is:

Motor control is the regulation of movement in organisms that possess a nervous system. Motor control includes reflexes[1] as well as directed movement.

To control movement, the nervous system must integrate multimodal sensory information (both from the external world as well as proprioception) and elicit the necessary signals to recruit muscles to carry out a goal. This pathway spans many disciplines, including multisensory integration, signal processing, coördination, biomechanics, and cognition[2][3]. Successful motor control is crucial to interacting with the world to carry out goals as well as to regulate balance and stability.

In “Clinical Applications for Motor Control”(139) worden verschillende aspecten van motor controle uitgelegd en een geschiedenis beschreven:

Brooks: Motor control is the study of posture and movements that are controlled by central commands and spinal reflexes, and also to the functions of mind and body that govern posture and movement.” 

Verschillende werkvelden houden zich dan ook bezig met dit fenomeen. Er is dan ook nog veel in te ontdekken.

Nature.com geeft de volgende beschrijving:

Motor control refers to the process by which the nervous system coordinates the muscle and limbs to achieve a desired movement or set of actions. This includes the ability to anticipate, adjust and respond to deviations from the desired action.

Op Physiopedia vindt u een overzicht betreffende motor controle en motor learning. Stages of Motor Learning.

Wat ons betreft heeft stabiliteit meer te maken met het omgaan en meebewegen met veranderingen dan met weerstand bieden aan veranderingen. Dat dit mentaal en fysiek iets met u doet mag logisch zijn. Bewegingen vinden plaats in een context. Hoe de persoon de beweging ervaart is van groot belang. 

Conclusie: 

  • (lage)Rugklachten vormen een serieus mondiaal probleem. 
  • De kosten zijn in de afgelopen jaren niet afgenomen ondanks het feit dat mensen minder zware lichamelijke arbeid zijn gaan verrichten (verschuiving van fysiek naar kantoor werkzaamheden). Hoe zwaar zitten dan is mag duidelijk zijn. 
  • De motorische controle in de rug is verminderd en daarmee wordt het bewegingsgedrag van de patiënt sterk beïnvloed.
  • Motorische controle kan worden opgevat als de mate waarin het brein in staat is de bewegingen in het lichaam te sturen. Effectieve samenwerking tussen afferente en efferente systemen.
  • Wat opvalt is dat bij alle lage rugpijn patienten de motorische controle over de rug is verminderd.
  • Rugklachten zijn een multifactorieel probleem.

 

Nog een paar leuke Video’s

Overigens kan ik de site van Pain-ed aanraden. Snuffel hier eens rond. Er zijn veel handige fact sheets en onder Healthcare professionals veel interessante artikelen.

Als afsluiter wil ik iedereen aanraden de site van Pain-ed te volgen. Ook deze is natuurlijk niet compleet en geeft niet dè oplossing, maar wel veel stof tot nadenken wat u in de praktijk goed kan gebruiken.

Geschiedenis

Innovatie

Doel: Na deze module hebt u inzicht in de ontwikkeling van de Flexchair RBT en waar deze naar onze mening kan worden ingezet bij Testen, Trainen bij mensen met rugklachten.

Tijdsbesteding: ca 60 min

In 2000 was het oefenen met een Fitbal de manier om de core stability te trainen. Echter de vorm en daarmee het draaipunt van een bal zijn niet stabiel en is de eindstand niet geremd. Hierdoor neemt de co-contractie in de romp toe en zeker bij mensen met lager rugpijn. En bij lage rugpijn is er al een te hoge tonus in de musculatuur. Zie ook het proefschrift van Henry Kiers (Proprioception, associations with Low Back Pain And Physical Activity, 2012), en de artikelen over flexierelaxatie (21, 64)

Van 2000 tot 2002 wordt een techniek ontwikkeld waarbij het draaipunt wel stabiel is. Bij de TU (1) werd een onderzoek gedaan naar de vorm en de haalbaarheid van een dynamische zitoplossing.

In 2003 is de Flexchiar een feit en werd de eerste proef uitgezet bij een groot bedrijf. Hier bleek een duidelijke vermindering van het verzuim.

Naar Testen en Trainen

In 2005 bleek er een techniek te bestaan om de bewegingen die worden gemaakt op een Flexchair inzichtelijk te maken. Via de sensor (EvoSoft) konden via Wifi oefeningen op het computerscherm worden uitgevoerd (serieus gaming). Het begrip PAR, Persoonlijke Actieve Rug, was geboren.

Toen in 2008 bleek dat de sensor een correlatiecoëfficiënt (12, 12a) had van 0,97, was het duidelijk dat de metingen een meerwaarde konden hebben voor het beoordelen van de Motorische Controle van de rug. 

In 2009 en 2010 bleek er behoefte te zijn aan een sensoren die geschikt zou zijn om bewegingen in de CWK vast te leggen. Hierdoor is de Cervicaal Trainer ontstaan. Ook de stabiliteit van de onderste extremiteit en daarmee de totale romp kan worden getraind. Dit via de Balanstol. Al deze ontwikkelingen vereiste een nieuw software pakket. De Veldon Trainer Software en de rotatie component in de sensor is verbeterd.

Wij danken Wim Dankearts die ons geholpen heeft bij het verbeteren van het Flexchair concept en de idee vormingen. Ook zijn onderzoeken hebben bijgedragen aan een beter inzicht in waar wij nu mee bezig zijn (12a, 13, 14, 15, 21, 2729, 3334, 35, 36). In 2011 komt John Dunn ea (34) met een onderzoek naar de invloed van de Flexchair®RBT op verschillende  spiergroepen in de rug.

Ook is dat jaar de landelijke werkgroep in het leven geroepen. Door te luisteren en interactie met deze groep zijn er verschillende ideeën van de grond gekomen en is de Flexchair®RBT en het Veldon Trainer Software pakket verder ontwikkeld. Veldon wil graag initiatieven ondersteunen en u als Flexchair behandelaar helpen zo optimaal mogelijk van de test en zitoplossing gebruik te maken.

Flexchair actief zittenIn 2013 wordt de wetenschappelijke database opgezet om onderzoek te kunnen ondersteunen. Indien u binnen de praktijk onderzoek wilt starten kunt u hier gebruik van maken onder voorwaarden. Het gebruik is gratis. Door het netwerk kunnen relatief grote groepen door het hele land getest worden. Indien u hier informatie over wilt neem dan contact op met de helpdesk. In 2014 wordt bij KU Leuven het eerste onderzoek gerealiseerd.

 

De Opleiding tot Veldon behandelaar

In 2019 is het tijd voor een andere manier van opleiden. Twee dagen in een leslokaal is niet meer van deze tijd.

De opleiding wordt teruggebracht naar deze module met één dagdeel contact. Tijdens de module zult u enkele opdrachten moeten maken waardoor u handigheid krijgt met de Flexchair®RBT en de PAR-test. Tijdens de terugkomdag worden deze opdrachten en uw vragen besproken. Als eindtoets voert u een PAR-test uit en laat u zien dat u de testuitslagen kunt uitlezen en omzetten naar een training.

Nadat u de opleiding hebt afgerond worden uw punten bijgeschreven in uw register en wordt u genoemd als Flexchair behandelaar op de site van Veldon.

Bij Veldon blijven we zoeken naar de meest optimale ondersteuning ten aanzien van motorische controle over de rug. Graag betrekken wij u daarbij. Houdt u ons op de hoogte van onderzoek en ideeën ten aanzien van de wervelkolom en dynamisch zitten of training bij rugklachten. Samen weten we meer.

Welkom in het Veldon Netwerk.